dinsdag 16 juni 2009

Zo hoor je het ook eens van een ander

Zomaar voorbijlopen aan een bedelaar die het veel minder goed heeft: het blijft moeilijk.
© VUM

'Geef beter geen geld meer aan bedelaars'Opmerkelijke stelling van stafmedewerker Welzijnswerk

Het is fout om geld te geven aan bedelaars. Dat zegt Danny Lescrauwaet van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. 'Door geld te geven hou je ze nog langer op straat.' Een opmerkelijke stelling voor een hulpverlener.
Sommigen wassen ongevraagd uw autoramen, anderen spelen een deuntje in ruil voor centen en nog anderen schudden met een plastic bekertje. En dan staat u voor het dilemma: geld geven of niet. Stafmedewerker Danny Lescrauwaet van Steunpunt Algemeen Welzijnswerk is duidelijk: geef hen geen geld. Hoezo? 'Geld geven lijkt een goede daad, maar is eigenlijk fout', zegt de hulpverlener. 'Als je geld geeft, denken bedelaars dat ze altijd op straat kunnen overleven. Maar dat kunnen ze op lange termijn niet. Denk maar aan de strenge winters. Die zijn dodelijk. Vorig jaar zijn in Brussel zeven mannen en drie vrouwen die op straat leefden gestorven.' Lescrauwaet vindt ook dat je bedelaars geen eten moet geven. 'Als je ze eten geeft, kunnen ze ook langer overleven op straat. Daarom moet je ze niet laten creperen. Maar als je geld wil geven, geef dan aan organisaties die de bedelaars opvangen, zoals straathoekwerking.' Het ligt moeilijker als het gaat om sans-papiers en anderen die hier geen wettelijke verblijfplaats hebben. Danny Lescrauwaet: 'Wij kunnen hen niet helpen in onze opvangcentra, want de kosten voor hun maaltijden en verzorging worden niet terugbetaald door de overheid. Ze blijven genoodzaakt om in garages en kraakpanden te overleven.' Bedelen is niet bij wet verboden, maar steden en gemeenten kunnen het wel indijken. Toch vinden we het niet gemakkelijk om een bedelaar zomaar voorbij te lopen. Waarom voelen wij ons zo schuldig als we niets geven? 'Omdat er een grote afstand is tussen onze eigen leefomgeving en materiële omstandigheden en die van een bedelaar, die helemaal niets heeft. Dat choqueert', weet Lescrauwaet. 'Maar bedelaars gebruiken hun eigen marketingtrucs. Ze weten dat kinderen of gehandicapten meer medelijden opwekken. Ze zijn daar heel creatief in. Ze verkopen bijvoorbeeld ook daklozenkranten, terwijl die nep zijn. In Vlaanderen geven daklozenorganisaties geen krant uit.' Volgens cultuursocioloog Michael Debusscher speelt ook mee in hoeverre we affiniteit voelen voor een bedelaar. 'We zullen sneller geld geven aan een Vlaamse vrouw van vijftig dan aan een Romazigeunerkindje, omdat dat kind nu eenmaal verder van onze wereld staat. Hoe meer affiniteit, hoe schuldiger we ons voelen als we niets geven.' In de toekomst wordt het er volgens Lescrauwaet niet makkelijker op om een bedelaar geld te weigeren, want ze zijn met steeds meer. 'Door de economische crisis vallen er meer mensen werkloos of kunnen ze hun leningen niet meer afbetalen. Het gaat meestal om alleenstaande mannen met alimentatieschulden. Daarnaast worden bedelaars ook internationaler. Naast Afrikanen uit arme landen komen veel Romazigeuners, homofielen en zelfs Joden uit Hongarije in ons land bedelen omdat ze in hun eigen land hardhandig worden aangepakt door extreemrechts.'

Uit Het nieuwsblad 16/6/2009.

Geen opmerkingen: