dinsdag 18 december 2007

Couleur locale.


Velen weten dat het Brussels dialektwoord ketje (overigens een samentrekking van het Vlaamse woord kereltje) “straatjongen” betekent.

KWIK en FLUPKE zijn typische ketjes uit onze Marollen.

Hun avonturen werden in stripvorm vereeuwigd door Hergé (beter bekend als de “vader” van Kuifje).

Op een muur aan de hoek van de Hoogstraat en de Kapucijnenstraat zie je Kwik en Flupke afgebeeld samen met hun “vriend” agent nummer 15.

Wist je ook dat het vrouwelijk equivalent van een ketje een Krotje is?

Dan begrijp je natuurlijk meteen dat “Ma krotje de beurre, ma krot sucrée!” een liefdesverklaring is (was) van een ketje aan een krotje!

André

Geen opmerkingen: