dinsdag 9 september 2008

Mode anno 1900

Halfkorte rokken werden nooit boven de vijftien jaar gedragen, en de korte, die ons heden de knieën van de dames (tegen hun goesting, het spreekt vanzelf) laten bewonderen, werden alleen geduld tot voor de eerste communie. De rokken waren lang, dat is ja tot op de grond, en van achter vaak nog wel wat slepend. Zij waren ook wijd en overvloedig, en beladen met falbala's, volants, festoenen en bouffanten. En het profiel, de lijn zoals men nu zegt, was sterk gecambreerd, dank zij de toevlucht aan wat men zo minlijk noemde, een ‘cul de Paris’. Kort daarop (want vrouwenmode is nooit bestendig van duur) heb ik een nauw aangesloten klederdracht gekend, de zogenaamde ‘robe-princesse’, met de lange, over de hand reikende fluwelen mouwen. En naderhand nog zeer aardig-openwuivende plissé-gewaden, waarin men haast al dansende aantrad. Maar al deze pasvormen waren beheerst door de gestrengheid van het korset, dat de taille tot een wespenslankheid aansnoerde, de heupen liet uitgolven, het achterwerk een prikkelende volheid gaf, en van voren de boezem tot een zachtademende dubbelronde weelde verhief. Ik heb meer dan eens het voorrecht gehad dusdanig korset vast te rijgen en ik herinner me wel dat ik in het aanspannen zelden zonder behulp van mijn knie kon slagen.
Thans beschikken onze vrouwen over een ontzaglijk stel kousen: wollen, katoenen, mercerisé, natuurzijden en nylon-kousen - en bovendien over een eindeloze kleurengamma. Vroeger was de keuze meer beperkt. En vooral wat de kleuren betrof. Men droeg witte kousen, en die pasten volkomen bij het blank ondergoed, dat ons, met zijn strikken en festoenen, toch zo luxueus aandeed. Denk eens hoe er een dame, bij het opstijgen in een kales, of een vigilante even later, of een tram uitzag. Zij raapte sierlijk de zware rokkenlast even op en trad met een wipje in de koets. En men kon in een flits haar enkels zien en bij ongeluk (of geluk) de aangroei van haar kuiten - en dan popelde ons hart. Er is toen een bedwelmende mode van zwart-zijden kousen ingetreden, en mijn eerste liefde (die zo eeuwig geweest is als de daaropvolgende) werd er met felheid door aangestoken.

Uit “Brussel1900”- Herman Teirlinck

Geen opmerkingen: